(Ver)Licht
Het licht valt door de bomen uiteen
maakt lange schaduwen over het pad
de kou trekt zich verder terug
in het bos waar de zon nog niet komt
Zo in de winter, de lente in aankomst
vindt de zon haar weg verder omhoog
verlicht de wegen waarover we gaan
geeft ze iets prijs van de warmte die komt
De ferme wind duwt de kou weer tevoorschijn
laat de bomen ritselen in een zachte ruis
als een teken van haar aanwezigheid
mochten we die nog gemist hebben
Duwen wij zoekend onze pedalen voort
naar de beste gedeeltes van het onverharde
daar waar de minste weerstand ons wacht
terwijl grind onder de banden vandaan spat
De ruggen gekromd worstelend met de wind
schuilen we om de beurt bij de ander
om even te genieten van dat wat niet en wel is
wachtend op de volgende werken op kop
Met een volle teug kijk ik vooruit en ga
vol vermogen door de zwaardere stroken
wetend dat dit zeker niet de laatste zal zijn
bewaar ik een beetje van mij voor de volgende
Vederlicht worden de gedachten aan wat speelt
in de schaduwen van het leven op de weg
die ik achter me laat in de loop van de tijd
ben ik even volledig in het hier en nu