Herfst

De wind blaast met volle tuigen, met zich mee slepend de warmte uit het zuiden. De zon werpt lange schaduwen voor zich uit, in bundels van licht geeft het haar laatste warmte. De rood, bruin, koper, goud kleurige bladeren dwarrelen door de lucht. Hun laatste sappen energie teruggeven aan de bron, losgelaten nu zoekend naar een laatste rustplek op de grond. In dit decor van de herfst, in het ritme van loslaten en kortere dagen, het afsterven en klaar maken voor de winter is het mijn eigen ritme die de balans verstoord. De bladeren vliegen ritselend over de grond door de brede banden die in volle vaart hun weg zoeken over het onverharde pad. 

De dagen worden telkens korter, de zon komt met de dag later terug van de andere kant en weet met moeite hoogte te winnen. Het lijkt wel of de wind haar ruimte in neemt en met meer vrij spel van zuid naar noord haar weg weet te vinden. Toch is het een decor wat moeilijke te vangen is, een schoonheid die moeilijk te beschrijven is, een gevoel dat moeilijk te vangen is.

In dit schouwspel van loslaten om weer mooier en sterker terug te komen in het nieuwe jaar, probeer ik mijn rust te vinden. Een rust die gepaard gaat met een gezonde inspanning. Probeer ik met mijn ogen te vangen om later terug te kijken in gedachten. Daar waar de vermoeidheid van het hoofd zakt in de benen, ontstaat er ruimte om even te zijn in leegte. Wat gevuld en gevolgd wordt door het avontuur van het gaan over de ruwe paden van het leven.

De benen draaien, mijn hart pompt in een vaste regelmaat, de longen gevuld met de geuren van het bos. Staand op de pedalen, het wiel slippend, zoekend naar grip op de paden omhoog. In de stilte hoor ik mijn ademhaling en ben ik dankbaar dat het allemaal gaat zoals het gaat, dat ik ben waar ik ben en dat ik kan zijn wie ik wil zijn. Dat ik zowel kan zijn in de herfst als in het voorjaar en in de zomer als de winter. Loslatend de zorgen van het heden door even helemaal te zijn in het nu, de herfst, loslatend en wachtend op het nieuwe leven.