Vierkant

De aarde is rond, niet vierkant. Het is geen pannenkoek, het is een bol. Ze draait om haar eigen as, maar niet om zichzelf. Ze heeft een kern van zichzelf die niemand ooit diep van binnen heeft gezien. De oppervlakte is vlak en dan weer grillig. De troggen van de zee zijn dieper dan de hoogtes op het land. Wat er allemaal leeft en hoe het met elkaar acteert is ongekend. Op een heel klein stukje van dit groots fiets ik met een aantal man, genietend, alles gevend, wetend, er komt een en toch geen einde aan.

Het leven, de ander, God, ik stop het vaak in een vierkant. Dat het past in mijn gedachten. Zodat het houvast geeft. Net zo niet vierkant de aarde is, zijn het leven, de ander, God net zo min vierkant. Zo ben ik niet vierkant. Het leven, de ander, God hebben mij gevormd. Vanaf het begin, tot waar ik nu sta, anders dan de ander, anders dan ik zelf had bedacht, weet ik nog steeds niet wie ik ben en hoe ik ben gekomen tot wie ik ben,

Mijn benen draaien rond, gelukkig niet vierkant. De omgeving vraagt het uiterste, maar geeft veel meer dan dat. Ongekende schoonheid, met hoe verder ik kom, hoe moeilijker het nog te bevatten en te verwerken is. Het is geen briefje met gedachten die ik in een klein vierkant kan vouwen en in mijn broekzak kan stoppen. Het is zo veel meer, zo oneindig groots. Het enige wat overblijft is verwondering. 

Het leven gaat door, ook als ik slaap of als ik er niet meer zal zijn. De ander gaat door en is soms zo dichtbij en soms zo ver weg. Of ben ik dat? God zal altijd zijn, al begrijp ik lang niet altijd hoe. Soms probeer ik ze te beschrijven, met woorden te vangen, op een vierkant stukje papier. Maar blijf ik vol twijfels zitten. Wetend dat ik het allemaal niet weet, dat het niet vierkant is. Niet wetend wat dan wel. Voor mij is het ongekend, wat rest is verwondering.