Doe (je dondertje) goed

Pas geleden haalde ik een pakketje op bij een tankstation in de buurt, voor mij was een man bezig met een bestelling van een broodje. Zijn versie van een luxe belegd broodje klonk heerlijk en in het gesprek wat er was, zei hij het volgende: “mijn opa zei altijd; doe je dondertje goed, want je zieltje zit erin.” Wijze woorden van die opa en net even anders als ik gewend was. Toch landen de woorden goed in mijn hoofd en bleven ze hangen en ben ik verder op gaan kouwen. De basis van rust in mijn ziel, zou zomaar eens kunnen liggen in het goed zorgen voor mijn lichaam.

Ik moest ook denken aan waar ik de laatste tijd veel mee bezig ben. Dat is weer fit en lekker in mijn vel zitten. Als het allemaal lichamelijk net niet lekker zit, dan is de zogezegde flow er niet. Of het nou de runners of fietsers flow is of niet, maar het is een vorm van lichtheid ervaren in dat waar ik mee bezig ben, zonder na te denken over harder, verder, vaker. Ik merkte dat in begin, toen de flow er niet was, ik zat te pingpongen of het voortkwam uit lichamelijk of geestelijk niet lekker in mijn vel te zitten. Dat pingpongen heeft voor mij een functie en zorgt voor een stukje internaliseren en zelfreflectie, het gevaar is alleen als ik er te lang mee doorga het ook kan leiden tot een vorm van zelfdestructie.

Als verjaardagscadeau had ik mezelf van de week een mooie gravelronde over de Veluwe gegeven. Het was puur genieten, maar de laatste 30 kilometer was ook afzien. Door de warmte, ging in deze laatste kilometers mijn hartslag al snel omhoog en was ik genoodzaakt te temporiseren, opletten op mijn dondertje. Ondertussen probeerde ik voldoende te drinken en niet te vergeten om te blijven genieten. Voor mijn lichaam kon ik verder niet vel doen, ik moest nog eventjes door, maar mijn gedachten waren nog wel beïnvloedbaar. Doe goed, werd in mijn hoofd omgeturnd in denk goed, want mijn zieltje woont erin.

Doen en denken. Wat ik doe beïnvloed mijn denken en mijn denken beïnvloed mijn doen. Weer zo’n leuke pingpong in mijn gedachten. Waar moet ik dan beginnen, met denken of met doen? Ik denk en probeer het ook zo te doen dat dit synchroon met elkaar gaat. Net als bij het fietsen of het hardlopen de benen volgen daar waar ik heen wil gaan en diezelfde benen mijn ook kunnen aanmoedigen om een tandje bij te steken en een versnelling te plaatsen. Dat het goed zorgen voor mijn dondertje meer is dan alleen dat. Uiteindelijk valt het te versimplificeren naar doe goed. Gewoon in en door alles, doe goed. Doe goed voor mijn dondertje, voor mijn denken, in mijn handelen, in mijn werken, in mijn wandelen, in mijn rennen en in mijn fietsen. Doe goed in alles.