Voorjaar

De benen draaien in een hoge cadans, mijn hartslag is relatief laag. Ik ben bezig met een duurritje onder een strakke blauwe hemel. De zon die zijn warmte geeft ondanks een koude noordoostenwind. In de luwte van de bomen en vol in de zon laten de eerste voorjaarsbloemen hun schoonheid zien. De zoete geur van bloesems dwarrelt zo nu en dan voorbij. Het is voorjaar, lente, spring en overal komt voorzichtig nieuw leven tevoorschijn.

Het Engels woord voor deze periode “spring”, is een woord met meerdere betekenissen. Het staat naast lente en voorjaar ook voor veer, bron, oorsprong, drijfveer. Nu al het nieuwe leven weer tevoorschijn komt, dan is dat zeker een bron van veerkracht. Het zet mijn gedachten ook even stil, uit iets wat dood lijkt komen nieuwe scheuten, het begin van nieuw leven. Knoppen die nauwelijks zichtbaar in een keer uit hun jasje knappen en er stralend witte en roze bloesems tevoorschijn komen in de vroege voorjaarszon. Ik vraag me dan ook af wat de oorsprong van dit alles is. Ieder jaar weer pakt de lente haar kans om vrolijkheid en schoonheid te geven, om een nieuwe periode van het jaar, van het leven aan te kondigen.

Ik sport het hele jaar door in de buitenlucht. Ik kan mezelf dan ook niet echt een mooi weer sporter noemen. Toch is het eigenlijk het hele jaar door mooi weer om buiten te sporten. Iedere periode heeft ook zijn eigen licht. Met in de donkere maanden, de lage zon die met bundels licht schuin door het bos haar weg zoekt, totdat ze weer in de zomer hoog aan de lucht staat en er bijna geen schaduw meer is. Waar in de winter, wolkjes adem voorbij vliegen, ik in de zomer het liefst in het water spring om af te koelen. Maar nu in het voorjaar is er van beide het beste. Van starten in de kou, tot finishen met een nieuw kleurtje en de geur van zon in mijn huid.

Als ik zo stil sta bij de lente, de bron van nieuw leven, merk ik dat ik ook in mijn gedachten langs loop om na te denken over wat mijn bron (van leven) is. Als tweede komt dan als snel de gedacht hoe staat het met deze bron. Is het een bron waar nog voldoende veerkracht in zit of is de bron uitgeput. Vragen waar niet altijd even snel en even eerlijk het antwoord op gevonden en gegeven wordt naar anderen en ook naar mijzelf. De winterdip misschien overleefd maar is er ook nieuw leven in mij dat op het punt staat uit zijn jasje te springen.

Zo lijk het licht ook ieder seizoen zijn eigen ritme mee te geven. Al voelt de ritme van de lente totaal anders. Het is er niet een van tot wasdom komen, onderhouden, afbreken of overleven. Nee het is een nieuw ritme, een ritme dat de komst van vrolijkheid en schoonheid aankondigt. Het ritme dat energie geeft. Als ik het schrijf bedenk ik me ook dat het de ritme is die me stil ze bij het feit dat de bron waar ik uit put, waar ik mijn veerkracht uit haal, niet in mijzelf ligt. De woorden uit Mattheus 6 komen dan naar boven:

Kijk eens naar de bloemen in het veld. Die staan daar te bloeien zonder zich druk te maken… Als God zo goed zorgt voor de bloemen, die vandaag in het veld staan en morgen weg zijn, zal Hij dan niet nog veel beter voor u zorgen?

Me druk maken, dat kan ik soms goed, te goed. Zeker is het dat de drukte niet mijn ritme is, niet mijn bron, niet mijn drijfveer. Het geeft kortstondig energie maar put uiteindelijk alleen verder uit. Het ritme van de lente is er een van het vertrouwen dat de zon komt om haar warmte en energie te geven. De externe bron van nieuw leven, de bron van veerkracht die in het op het oog dode hout verborgen zit. Zo zit er zoveel meer in mij, in jou, verborgen wat met de juiste externe bron tot volle bloei mag komen. Het enige wat het van mij vraagt is vertrouwen met een klein beetje geloof.