Vooruitkijken

Ik kijk voorruit, voor mij trekken twee van de sterksten van de groep door. Het stof komt als rook van de wielen omhoog door de snelheid die wordt gemaakt. Ik kijk ook achterom en zie dat de rest het zwaar heeft. Het gat voor me is nog te overbruggen. Als ik nu op de pedalen ga staan en even alle vermogen aanspreek die in de benen zitten, dan kan ik zeker weten mee in de stofwolk voor me. Mee om met volle inspanningen te racen over de witte gravelpaden in de paars bloeiende heide. Ik zet even aan en zak dan weer neer om de benen stil te houden. Ik wacht tot de anderen zijn aangehaakt en voer het tempo rustig op en we rijden al snel met onze eigen stofwolk achter ons aan.

Vooruitkijken lukt niet zonder ook achteruit te kijken en te beslissen of ik wil loslaten of meenemen. Loslaten geeft over het algemeen een gevoel van vrijheid, meenemen betekend meestal dat ik mijn tempo moet aanpassen en dat ik gevoelsmatig waarschijnlijk niet het maximale uit mezelf zal halen. Meenemen betekend meestal ook zijn. Zijn voor de anderen waarmee ik optrek. Maar wat is vrijheid, wat is het maximale en wat is het wie ik wil zijn?

Ik heb mijn keuze gemaakt en de stofwolk voor me verdwijnt mede door de bochten en het bos uit het zicht. Ik kijk op mijn teller en zie dat mijn hartslag gezakt is. De benen willen gaan maar ik weet dat ik de anderen niet een tweede keer moet kraken. Ze meenemen in een tempo waarin ze niet meer tussen het kader door hoeven te kijken maar met rechte rug vooruit kunnen kijken is het doel. Ik kijk om me heen en bedenk dat ik dezelfde weg afleg, misschien minder snel, maar dat ik meer zie van alles langs de weg, dan alleen het smalle gravelpad voor en achter mij.

Hoe ik het ook bekijk, vooruit gaan is nou het geen wat we allemaal doen. Ons onttrekken aan de tijd kunnen we niet. De natuurwetten zijn voor iedereen hetzelfde. Alleen is de een meer tijd gegeven als de ander. Hetzelfde geldt voor het verleden wat we allemaal met ons meenemen. De momenten van vreugde en verdriet. Van verwondering en teleurstelling. Van samenhorigheid en eenzaamheid. Van licht en donker. Van gedeelde verleden tot verborgen geheimen. Allemaal nemen we het mee van vroeger naar nu en van nu naar later. 

Even later staan ze ons langs de kant van de weg op te wachten en rijden we de heuvelzone in. Misschien was het zo verkeerd nog niet om wat energie te besparen en dit keer ga ik mee. Vol gas omhoog, de fiets swingt in een stevig ritme onder me van links naar recht en weer terug. Het is dansen op de pedalen en mijn hartslag gaat in het rood. Verder vooruitkijken heeft nu geen nut, zijn in het moment en genieten van de volle inspanning is alles wat ik nog kan en wil. Even later sta ik ook langs de kant, wachtend om vervolgens weer samen verder te gaan.