Wetenschap van het tegendeel

Afgelopen dinsdagavond heb ik samen met een hardloopmaatje 25 kilometer door de Voornse duinen gerend. Een gebied die ook wandelend een aanrader is om doorheen te lopen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik helemaal gesloopt maar voldaan was toen we terug kwamen bij de auto. De dag erna had ik het briljante idee om toch met de fietsgroep mee te gaan, ik heb me maar 85 kilometer lang schuil in de groep gehouden. Op een gegeven moment fietste ik naast een andere hardlopende fietser en die zei: “altijd meegaan, want meestal gaat het beter dan je van te voren had bedacht”.

Toen hij dit zo zei moest ik aan de volgende zin denken: Wetenschap is waar tot het tegendeel bewezen is. Het tegendeel bewijzen kan alleen als het onderzocht wordt. Eigenlijk is het toch bijzonder dat een theorie wordt opgesteld aan de hand van (bewezen) formules en dan ook voor waar wordt aangenomen. Totdat er iemand is die nog slimmer is tot andere bevindingen komt. Het maakt misschien niet de formules onjuist maar de uitkomst wel. Tot zover ik de wetenschap begrijp.  De reden dat ik hieraan moest denken is dat ik van te voren veel aannames kan doen over hoe ik mij voel, wat verstandig is of niet, wat mijn belastbaarheid is en ga zo maar door. Aannames die ik alleen kan maatstaven, kan contoleren als ik de moeite neem om het tegendeel te bewijzen.

Laat ik voor woensdag zeggen dat ik nog de veilige middenweg heb gekozen. Door mij in de groep te verschuilen en geen kopwerk te doen, heb ik met een redelijke lage inspanning mee kunnen fietsen. Een aantal aannames heb ik dus in de shredder kunnen doen en paar andere waren misschien toch plausibel. Had ik het echt willen testen, had ik gewoon mijn kopbeurten moeten doen. Toch ben ik blij dat ik voor de middenweg heb gekozen. Want daardoor heb ik ontdekt dat ik mijn lichaam toch meer kan belasten en door het op een verstandige (kan je van mening over verschillen) wijze heb gedaan, kwam ik soepeler van de fiets dan dat ik erop stapte.

Dit stuk is zeker geen pleidooi om tegen beter weten in door te gaan. Ook niet om te zeggen dat opgeven geen optie is. Nee het is een pleidooi voor mijzelf als aanmoediging om me niet te laten leiden door aannames die ik niet heb getoetst. Om niet altijd naar mijn verstand te luisteren, die met de beste argumenten kan komen, maar ook gewoon toe te geven aan het gevoel dat wil gaan. Om niet de remvloeistof overvloedig zijn werk te laten doen en een geremd leven te leiden, wat iets anders is als een ongeremd leven.

Ik ben geen wetenschaper, ook al verlies ik me soms in formules. Ik ben geen onderzoeker, ook al prikkel ik graag en ben ik nieuwsgierig naar veel. Ik ben geen filosoof, ook al vind ik het heerlijk om te schrijven over het leven. Toch denk ik dat ik niet de enige ben die diep van binnen het heerlijk vind om het tegendeel te bewijzen in bepaalde aspecten van het leven. Niet voor de ander, want tegenover een ander hoef ik me niet te bewijzen en mag ik gewoon zijn wie ik ben. Maar wel tegenover mezelf, tegen de onwaarheden die ik over mijzelf heb geprojecteerd in mijn denkwereld. Tegen de aannames die me afremmen om te gaan. Om mijzelf niet te serieus te nemen en gewoon lekker te genieten van wat allemaal (nog meer) kan.